Nederlands toerisme in 2024: jaar van groei én balans
Volgens de nieuwste kerncijfers voor de Nederlandse gastvrijheidseconomie was de sector een belangrijke groeimotor van de Nederlandse economie in 2024. Het aantal internationale aankomsten lag wereldwijd voor het eerst weer boven het niveau van vóór de coronapandemie. De nieuwste editie van de publicatie Kerncijfers Gastvrijheidseconomie (versie najaar 2025) bundelt de meest recente data tot en met december 2024 en biedt een actueel overzicht van de ontwikkelingen in het gastvrijheidsdomein.
Bezoek blijft groeien, spreiding neemt toe
In 2024 verwelkomde Nederland in totaal 52,3 miljoen gasten, waarvan 58,5% uit eigen land kwam. De provincies Noord-Holland en Zuid-Holland ontvingen de meeste gasten, al blijven de verschillen tussen regio’s groot. Het inkomend bezoek liet met 21,3 miljoen internationale gasten een duidelijke groei zien ten opzichte van vorig jaar. Vooral het aantal bezoekers uit China steeg opvallend met een toename van 37 procent, waarmee het de grootste relatieve stijger is.
Bezoekcijfers stijgen, seizoensafhankelijkheid daalt
Een positieve trend is de afnemende seizoensafhankelijkheid van toerisme in 2024: deze daalde van 0,24 naar 0,14, wat duidt op een betere spreiding van bezoekers over het jaar. Ook binnen het type accommodaties zijn verschuivingen zichtbaar. Kampeerterreinen (+7%) en huisjesterreinen (+9%) zijn populairder geworden onder buitenlandse bezoekers. Daarnaast werden 11,2 miljoen overnachtingen geboekt in particulier verhuurde accommodaties, waarvan 75% door internationale gasten.
Economische bijdrage van toerisme neemt verder toe
De toegevoegde waarde van toerisme aan de Nederlandse economie steeg in 2024 sterker dan die van de totale economie. Met een economische waarde van € 111,2 miljard was toerisme goed voor 4% van het nationaal inkomen. De sector biedt bovendien werk aan 771.000 mensen, oftewel 6,7% van alle banen in Nederland.
Benieuwd naar alle inzichten? Bekijk dan de volledige publicatie over Kerncijfers Gastvrijheidseconomie.